Uit steeds meer onderzoeken blijkt dat biologisch voedsel niet alleen goed is voor natuur en milieu, maar ook zeker voor ons. Het blijkt dat biologisch voedsel niet alleen meer vitaminen en mineralen bevatten, maar ook een hogere concentratie bio-actieve stoffen. Deze wordt in de plant juist gevormd onder invloed van stress. In de reguliere landbouw wordt juist voorkomen dat planten gestrest raken, want dat gaat ten koste van de productie en daarom spuit de boer en geeft voortdurend water om de groei er in te houden. Ook blijkt soms dat in sommige regulier geteelde producten bepaalde stoffen helemaal niet aanwezig zijn. Zo is bekend dat mineralen als Selenium, Zink, Cobalt en enkele andere micro-nutriënten (sporenelementen) in veel bodems niet meer aanwezig zijn en dus ook niet door de plant opgenomen kunnen worden. Bedenk daarbij dat onze Pancreas zonder zink zijn werk niet kan doen en juist dit orgaan belangrijker is dan we vaak denken, omdat het veel processen regelt. Een ander voorbeeld is de schildklier die zonder voldoende magnesium niet soepel meer kan werken en de nieren die naast kalium ook cobalt nodig hebben. Een mineraal als Selenium waarin West- en Noordeuropa toch al niet royaal in zijn voorzien speelt, naast Magnesium, een belangrijke rol voor ons hart. In Finland en Zweden is de landbouw al verplicht hiermee te bemesten. Daarnaast gebruiken veel inwoners hiervoor aanvullende supplementen.
Een biologisch geteelde plant bevat juist meer bouwstoffen (mineralen), doordat deze langzamer mag groeien, dus niet opgejaagd wordt, minder water bevat en meer secundaire bioactieve stoffen. Het grootste deel van een plant is water, zo’n 70-90%. De rest bestaat uit organische verbindingen (koolhydraten, eiwitten, vetten, enzymen en andere bioactieve stoffen) en mineralen. Nu bevatten biologisch geteelde producten gemiddeld al gauw 10% minder water. U hoeft alleen maar aan het bekende glas limonade te denken om te snappen dat het verschil maakt of u een verhouding hebt van 1:5 (biologisch) in plaats van 1:9 (niet biologisch).
De bodem is de basis
Daarnaast is uiteraard de kwaliteit van de bodem van groot belang. Door jarenlange bemesting met kunstmest en het gebruik van bestrijdingsmiddelen is de kwaliteit van de bodem hard achteruit gegaan. De bemesting is puur gericht op volume, de bestrijding op een mooie buitenkant. Door de eenzijdige bemesting missen we vele mineralen waarvan de plant maar weinig nodig heeft, dit noemen we micronutrïenten. Verder maakt de plant ook nog stofjes aan die hem helpen om ziekten en plagen buiten de deur te houden, de zogenaamde bioactieve stoffen. Een bekende groep hiervan zijn de salvestrolen. Micronutrïenten en bioactieve stoffen zijn wel essentieel voor de gezondheid van de plant en voor die van ons, zoals we hierboven al uitgelegd hebben. Volgens de FAO (wereldgezondheidsorganisatie van de VN) is de vitamine -en mineraleninhoud van landbouwgewassen in enkele decennia met 60-90% gedaald. Het is dus niet vreemd dat mensen ziek worden, als we voeding eten die allang niet meer alles bevat wat we nodig hebben.
De bodem is meer dan alleen maar gronddeeltjes, zoals zand en klei. Een gezonde bodem bevat miljarden aan goede bacteriën en andere nuttige organismen. Dit is te vergelijken met het bacterieleven in onze darmen. Wat het bodemleven nodig heeft is natuurlijke bemesting, omdat ze daar hun voeding uithalen. Zoals de boeren dat vroeger deden met oude stalmest. Dit leverde een kwaliteit die ver uitstijgt boven die van de huidige drijfmest.
Geen kiloknallers
Uit onderzoek van o.a. de Amerikaanse professor Lorain Cordain blijkt dat de kwaliteit van regulier gefokt vlees dramatisch is in vergelijking met wild en ook met biologisch vlees. Het regulier gefokte vlees bevat meer –slecht- vet en minder eiwitten. Eiwitten zitten voornamelijk in spierweefsel en dat betekent dus dat het dier veel gelopen, gevlogen of gezwommen moet hebben. Maar ja dat gaat wel ten koste van de groei en duurt het dus langer voordat het dier slachtrijp is. Het betekent anderzijds wel dat dieren minder snel ziek worden en eventueel minder kans lopen met antibiotica behandeld te moeten worden. En daarmee komen we dus bij de grote nadelen van het gebruik van antibiotica. Ook de overheid komt nu met drastische maatregelen (voorjaar 2010) om het antibioticagebruik in de veehouderij en pluimveehouderij af te bouwen, maar dat lukt eigenlijk alleen als we accepteren dat er geen kiloknallers meer aangeboden kunnen worden. Ook de boer wil graag een boterham verdienen.
Tot nu toe worden de plofkippen opgefokt in 42 dagen zonder daglicht, dit is nu verlengd tot 49 dagen met daglicht. In de biologische opfok is dit 81 dagen en in de biologisch-dynamische opfok soms nog iets langer. Daarnaast hebben ze dan vrije uitloop in een grasweide. De plofkippen ogen mals, ze vormen namelijk een hoog vetgehalte. Ze krijgen veel koolhydraatrijk voedsel, bewegen nauwelijks en zetten daarom deze koolhydraten om in vet. Ook bevat dit vlees minder micro-nutriënten dan gewenst.
Je krijgt meer waar voor je geld
We zien dus dat, als het gaat om gezondheid, milieu en duurzaamheid, biologisch duidelijk beter scoort. Het blijkt daarnaast dat over het algemeen de boer ook beter af en ook weer meer plezier in het boeren krijgt.
Hieronder zien we een vergelijking van biologisch geteelde groenten ten opzichte van regulier geteelde producten. De tabel geeft aan wat er in biologisch geteelde producten meer of minder zit t.o.v. regulier geteelde producten. In het ongunstigste geval zien we dat in de bovenste 5 items biologisch gelijk scoort aan het reguliere product, maar in de praktijk scoort het bijna altijd zo’n 20-40% hoger.
minder |
gelijk |
meer |
|
Vitamine C |
x |
x |
|
Eiwit kwaliteit |
x |
x |
|
Mineralen |
x |
x |
|
Droge stof |
x |
x |
|
Antioxydanten |
x |
x |
|
Pesticide residuen |
x |
||
Nitraat |
x |
||
Mycotoxines |
x |
www.fibl.org en Huber M, Adriaansen-Tennekes R, van de Vijver LPL, Rapport Louis Bolkinstituut, febr. 2006. www.Louisbolk.nl
Zo’n 70% van de westerse wereld heeft een –ernstig- Magnesium (Mg) tekort. Een tekort geeft veel gezondheidsproblemen, zoals: ontwikkelingsstoornissen, ADHD/ADD, depressie, degeneratie (veroudering), hart- en vaatziekten, diabetes, stress, slaapproblemen, enz.. Kinderen met ADHD bleken altijd een ernstig Mg-tekort te hebben. (Dr. Marianne Moussain-Box: Magnesium de oplossing)
In 2014 kwam de universiteit van Newcastle met een groot onderzoek naar buiten. Ze hadden enkele honderden onderzoek omtrent de verschillen tussen biologische- en niet biologische voeding gescreend. Veel onderzoeken voldeden niet aan de norm voor wetenschappelijk onderzoek. Uit de onderzoeken die wel aan de norm voldeden bleek overduidelijk dat biologische voeding veel meer gezondheidsbevorderende stoffen bevat. Met name op het vlak van secundaire inhoudstoffen waren de verschillen opvallend. Zo bevatten biologische gewassen 18 -69% (!) meer ‘secundaire’ plantenstoffen. Voorbeelden zijn:
-
-
Fenolzuren 19%
-
Flavononen 69%
-
Stilbenen (binding van 2 fenolgroepen) 28%
-
Flavonen 26%
-
Flavonolen 50%
-
Anthocyanen 51%
-
Enz.
-
Veel van deze stoffen hebben ook een anti-oxidantwerking, zijn ontstekingsremmend, werken als natuurlijke antibiotica, bevorderen de spijsvertering en werken preventief tegen –beginnende- kanker.
Ogenschijnlijk zijn een reguliere tomaat of broccoli en hun biologische variant gelijk aan elkaar, maar o.a. de Duitse wetenschapper Frits Popp en zijn volgelingen hebben aangetoond dat dit alleen aan de buitenkant zo is. M.n. door onderzoeken bij jonge kinderen is aangetoond dat biologische voeding een betere basis levert voor optimale groei, zonder tekorten en zonder een begin van allerlei chronische ziekten. Daarnaast komen er steeds meer onderzoeken waaruit blijkt dat al deze tekorten ook negatieve invloed hebben op psychologische processen, zoals depressies, maar ook ADHD, e.d.